Ingrediënten

  • 5 takken witte selder
  • 1 aubergine
  • 2 sjalotten
  • 2 tenen look
  • 1 handvol bladpeterselie
  • 50 g appelkappers
  • 2 theelepels honing
  • 500 g tomaten
  • 1 eetlepel balsamicoazijn
  • 2 theelepels gedroogde rozemarijn
  • 1 theelepel gedroogde oregano
  • Olijfolie
  • Enkele blaadjes verse basilicum

Bereiding

  1. Begin met het concasseren van de tomaten. Breng een pot met water aan de kook.
  2. Maak bovenaan in het kroontje van de tomaat zachtjes een kruiselingse insnede. Dompel de tomaten een minuutje in het kokende water en vis ze er weer uit. Nu komt de pel makkelijk los. Pel de tomaten, snijd in partjes en verwijder de pitten. Snijd vervolgens in blokjes.
  3. Verwijder de steeltjes van de appelkappertjes, houd nog enkele kappers intact voor de afwerking.
  4. Halveer de olijven, snijd de selder en de aubergine in stukjes van ongeveer 1 cm.
  5. Hak de sjalot en de look fijn. Verhit wat olijfolie in een pot en voeg de sjalot toe.
  6. Stoof aan tot glazig en voeg nu de aubergine en de selder toe. Stoof enkele minuten aan.
  7. Voeg de kappertjes, olijven en de look toe. Meng kort en voeg dan ook de tomatenblokjes toe. Voeg de rozemarijn en de oregano toe en kruid met peper en zout.
  8. Doe er ook 2 à 3 eetlepels water bij, samen met de balsamico en de honing.
  9. Roer alles goed en zet je vuur wat lager. Laat de caponata nog zo’n 15 minuten zacht pruttelen onder deksel.
  10. Kruid eventueel wat bij met peper en zout en werk af met enkele blaadjes verse basilicum.