Ingrediënten
- 500 g rijpe BelOrta tomaten
- 200 g ‘guanciale’- spek (wangspek)
- 400 g bucatini pasta
- 200 g vers geraspte pecorino-kaas
- ½ rode peper (peperoncino)
- zout
Bereiding
- Snij de guanciale in dunne reepjes en bak ze in de pan met een halve rode peper tot ze gaar zijn. Laat ze niet te krokant worden.
- Haal de guanciale uit de pan en doe hem in een kom met een deksel om hem warm te houden. Hou de pan met het vet bij de hand.
- Maak een kruisje in de tomaten en kook ze tot je ziet dat de schil openscheurt. Laat ze even afkoelen en dan snij de verse tomaten in stukjes. Haal de zaadjes uit de tomaat en gebruik enkel de pulp.
- Doe de pulp in de pan waar je de guanciale in gebakken hebt. Er is veel vet over in de pan dus je hebt geen olie of zout nodig. Laat de tomaten ongeveer 15 minuten sudderen en kook terwijl het water voor de bucatini. Niet vergeten je water te zouten.
- Voeg de bucatini toe aan het water wanneer het kookt en gaar de pasta tot ze al dente is. Als je saus van de tomatenpulp te dik is, kan je wat kookvocht van de pasta toevoegen.
- Giet de bucatini af in een vergiet en voeg ze toe aan de tomatensaus.
- Voeg de guanciale en ook de helft van de pecorino toe in de pan en roer goed.
- Direct opdienen in pastaborden. Garneer met de rest van de pecorino.