Ingrediënten
200 g knolselder
1 paksoi
2 eetlepels hazelnoten
1 sjalot
2 tenen knoflook
1 eetlepel boter
Zout
Zwarte peper
150 g sobanoedels
1 eetlepel misopasta (optioneel)
2 eieren
Bereiding
- Rooster de hazelnoten in een antikleefpan op een gemiddeld vuur gedurende ongeveer 3 à 5 minuten. Haal van het vuur en laat afkoelen. Hak in grove stukken.
- Pel de sjalot en de look en hak fijn. Prepareer de paksoi. Snijd de onderkant eraf, die eten we niet op, de rest wel! Spoel de paksoi en snijd vervolgens de stelen en de bladeren in reepjes.
- Schil de knolselder en snijd in fijne brunoise.
- Doe wat boter in een pot en stoof de ui aan tot glazig. Voeg de knolselder, de paksoi en de look toe en breng op smaak met een snufje zout en flink wat zwarte peper. Stoof 3 à 5 minuten aan tot de groenten beetgaar zijn.
- Kook intussen de sobanoedels volgens de instructies op de verpakking. Giet af en spoel met koud water.
- Voeg de noedels bij het paksoi-mengsel en meng er ook de misopasta door.
- Scheid de eieren en zorg ervoor dat de dooier heel blijft, die gebruiken we zo meteen bij de afwerking.
- Verdeel de sobanoedels met de paksoi en de champignons over 2 kommetjes. Maak een kuiltje in het midden en leg er de eierdooier in.
- Werk af met nog een draai van de pepermolen en de stukjes geroosterde hazelnoot.