Soep van rammenas, coquilles en krokantje van ham

1. Verwarm de oven voor op 180°C.
   Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg hierop de sneden rauwe hesp. Bak gedurende 7 à 10 minuten en laat afkoelen.
2. Schil de rammenas. Snij 500g in grove blokken en 150g in kleine blokjes. De kleine blokjes zullen later gebruikt worden voor de afwerking van de soep.
3. Pel de ui, schil de aardappel en snij beiden in blokjes.
4. Smelt een eetlepel bakboter in een pot en bak de ui glazig. Voeg op het einde de grove blokken rammenas en aardappel toe en bak nog even mee. Blus met de groentebouillon en laat een halfuurtje sudderen.
5. Mix de soep fijn. Voeg de room toe, kruid met peper en zout en breng opnieuw aan de kook.
6. Bak intussen de kleine blokjes rammenas en de coquilles.
   Smelt voor de rammenas een eetlepel bakboter in een pan. Bak de blokjes goudbruin en kruid met peper en zout.
7. Dep de coquilles droog met een stukje keukenpapier. Smelt een eetlepel boter in de pan en bak de coquilles tot ze een goudbruine kleur hebben (ongeveer 1 à 2 minuten per kant).
8. Leg in elk bord een klein hoopje rammenasblokjes, verdeel hierover de coquilles. Schep de soep voorzichtig in de borden.
   Werk af met het krokantje van rauwe hesp en peterselie. Kruid eventueel met extra peper en zout en serveer met brood

Tip: Heb je graag soep die iets minder dik is? Voeg dan wat extra groentebouillon toe.